De zomer is de uitgelezen tijd om te gaan zwemmen met je hond. Bijna alle honden kunnen van nature zwemmen, maar lang niet alle honden doen dat uit zichzelf.
Op een aantal water- ratten na moet een hond vaak eerst ervaren dat het leuk is om te zwemmen, voordat hij uit zichzelf te water gaat. Zwemmen kan een heleboel plezier geven voor baas en hond, maar het wel handig om op een aantal punten te letten. We zetten het voor je op een rijtje.
Wat puntjes vooraf
• Met jonge pups kun je beter niet gaan zwemmen. Ze zijn nog niet gehard genoeg en kunnen snel ziek worden.
• Ga met je hond alleen in schoon water zwemmen, dat wil zeggen: water dat geen ziekte- kiemen bevat (een beetje modder of eendekroos is niet schadelijk voor de hond).
• Bedenk: als je hond de smaak van het zwemmen te pakken krijgt, kan hij ook op ongele- gen momenten besluiten een frisse (of minder frisse) duik te nemen. Wil je dat absoluut niet, dan kun je je hond wellicht beter niet leren het water in te gaan.
• Sommige rassen zijn erg dol op water (met name retrievers). Die hoef je vaak niets te vertellen, die liggen in het water voordat je het in de gaten hebt. Andere rassen zijn min- der gecharmeerd van water. Er zijn honden die eerst wat bang zijn voor het water, maar als ze er eenmaal mee vertrouwt geraakt zijn, dan vinden ze het prachtig. Voor deze honden geldt: even doorzetten, dan leert hij het wel komt het plezier vanzelf. Als een hond het echter absoluut niet ziet zitten om nat te worden, ook niet na een aantal pogin- gen, dan kun je jezelf afvragen of je het de hond moet aandoen om hem te leren het wa- ter in te gaan. Kies een ander spelletje!
Hoe krijg ik mijn hond het water in?
Er zijn een aantal methoden die je kunt gebruiken om je hond te leren zwemmen. Wat je vooral NIET moet doen is de hond oppakken en hem in het water gooien. Veel honden raken daardoor in paniek en willen erna nooit meer iets met water te maken hebben. Bovendien krijgt het vertrouwen in de baas een flinke deuk. Kon de hond er voorheen immers op ver- trouwen dat het bij de baas altijd veilig is, na een gooi-partij weet hij dat niet meer zo zeker.
Hoe moet het dan wel? Zoek eerst een water op, dat zeer ondiep begint. Een vijver met een klein strandje is ideaal. Je hond kan dan langzaam wennen aan steeds dieper water. De bes- te methode om hem vervolgens te bewegen het water in te gaan hangt een beetje af van de situatie en de interesses van je hond. De volgende methodes zijn in ieder geval diervriende- lijk en daarom verantwoord:
• Samen met een andere hond: De eenvoudigste methode is die waarbij je hond het zwemmen leert van een andere hond, die al zwemt. Dat kan een hond van jezelf zijn of een hond waarmee je hond goede maatjes is. Als de andere hond het water in gaat (bij- voorbeeld achter een bal aan), dan is de kans groot, dat je hond dit ook voorzichtig gaat proberen. Het beste werkt dit als je hond veel vertrouwen heeft in de andere hond en de- ze echt ziet als zijn ranghogere en zijn voorbeeld (let hierbij dus op je jonge pupje, want voor je het weet ligt hij in het water!).
• Met behulp van een speeltje: Honden die graag apporteren kun je verleiden om het water in te gaan door een stok of (drijvende) bal in het water te gooien. Gooi dit niet meteen in het midden van een vijver, want de kans is groot dat je hond er dan niet achteraan gaat. Gooi bijvoorbeeld eerst enkele malen op de kant. Zodra je hond aardig gefixeerd is op het speeltje, gooi je het vlakbij de kant in het water. Haalt hij dit zonder aarzelen op, dan gooi je iets verder.
• Zelf zwemmen: Ga zelf zwemmen en roep je hond naar je toe. Let daarbij goed op, dat je niet in aanraking komt met de nagels van je hond. Doordat het water je huid week maakt, kun je flinke diepe en pijnlijke krassen krijgen van deze nagels. In sommige gevallen kunnen dit pijnlijke wonden zijn, die flinke lid-
tekens achterlaten. Komt je hond op je af, duw dan met je handen zijn borst wat van je af, dan zwemt hij langs je heen. Let er daarbij op dat je je armen zo hoog mogelijk in het wa- ter houdt (vlak onder het wateroppervlak). Je moet immers met je armen boven de trappen- de poten van je hond blijven (zie plaatje).
• Oefenen aan de riem: Trek je zwemkleding aan en neem de hond aan de riem mee naar een strandje langs het water. Loop op het strand wat heen en weer. Zorg ervoor dat de hond aandacht voor je heeft (gebruik een speeltje of brokje). Loop nu steeds dichter langs het water. Vervolgens loop je door het
water. Eerst eventjes evenwijdig aan het strand, zodanig dat alleen de voetjes van de hond nat worden. Voordat de hond hiervan in verwarring raakt, ga je weer het strand op en beloont de hond voor zijn aandacht. Als dit goed gaat, loop je met de hond steeds dieper het water in. Dat zijn steeds stukjes evenwijdig aan het strand en je gaat weer te- rug naar het droge voordat de hond het vervelend gaat vinden. De hond hoeft niet netjes te volgen, maar hij moet wel naast de baas lopen, niet ervoor. Een hond die in het water vóór zijn baas loopt en aandacht voor de baas heeft, heeft immers zijn poten met de scherpe nagels in de richting van de baas. Dit moet voorkomen worden. Leer de hond dat hij in het water naast je blijft. Gaat dit goed, dan kun je steeds verder en komt het moment dat de hond moet zwemmen, terwijl jij nog loopt. Laat dit moment weer niet te lang duren, maar ga terug voordat de hond in paniek raakt. Pas als de hond rustig naast je meezwemt, kun je naar diepere stukken gaan en zelf gaan zwemmen. Hou de riem daarbij niet te kort (je trekt de hond dan onbewust naar je toe en kunt een krap-wond op- lopen), maar ook niet te lang (de poten van de hond raken er dan in verstrikt). Als de hond op deze manier vertrouwd is gemaakt met water, kun je hem ook los van de riem meenemen.
Tot slot
• Let op diep water met een hoge walkant. Je hond kan hier niet zelf uitkomen en je zult hem moeten helpen. Springt hij erin, dan kun je hem aan zijn halsband of nekvel eruit trekken. Zorg echter dat je hond nooit zonder toezicht in een dergelijk water kan sprin- gen, want het kan zijn verdrinkingsdood betekenen.
• Let op zeewater. Honden krijgen ongemerkt vaak veel zout water binnen. Ze kunnen hierdoor flinke diarree krijgen. Het klinkt tegenstrijdig, maar door veel zout water te drin- ken kunnen honden uitdrogen. Vooral als ze heel actief zijn geweest kan dit zelfs tot een shock leiden. Laat ze dus geen zout water drinken en zorg dat ze tijdens het spelen in zee zo min mogelijk zout water binnen krijgen. Neem een fles zoet water en een drinkbak mee en laat de hond af en toe wat drinken.
Bij hoge buitentemperaturen kunnen veel honden moeilijk hun warmte kwijt. Zweten kunnen ze alleen via hun voetzolen. Door flink te hijgen kunnen ze ook warmte kwijt raken, maar dan houdt het zo'n beetje op.
Wat is een bench en waarvoor kun je hem gebruiken?
Tips om het voor baas en hond gezellig te houden in de decembermaand.
Samen met je hond op vakantie is natuurlijk prachtig. Of je nu in een luxe zomerhuisje gaat, in een caravan of tent, het maakt allemaal niet veel uit zolang je maar plezier hebt.